Generische naam/stofnaam Werking, farmacodynamiek



Yüklə 471,66 Kb.
səhifə2/8
tarix21.04.2017
ölçüsü471,66 Kb.
#14654
1   2   3   4   5   6   7   8



Clomipramine


  • Inhibitie van de NA en/of serotonine re-uptake transporter (respectievelijk NET en SERT) door ze te stabiliseren in een geoccludeerde toestand

  • Enkelvoudige demethylering van de tertaire aminen imipramine en amitriptyline (en tal van andere niet TCAs) resulteert in actieve metabolieten, respectievelijk desipramine en nortriptyline

  • Therapeutisch effect wordt bereikt na 2-4 weken (geldt voor alle antidepressiva)

TD: per os (onvolledig door first-pass metabolisme) 3 maal daags (in tegenstelling tot 1-2 maal daags van andere middelen)  minder hoge plasmaconcentraties

PB: hoog


Vd: heel hoog (lipofiel)

E: transformatie van de tricyclische kern (vooral ringhydroxylering en conjugatie met glucuronzuur) en verandering van de alifatische zijketen (vooral demethylering van de stikstofmethylgroepen)




  • Milde en zware depressie

  • Obsessief-compulsieve stoornissen (OCD)

  • Paniek- en algemene angststoornissen (GAD)

  • Posttraumatisch stress synroom

  • Chronische/neuropathische pijn

  • Eetstoornissen (anorexia en boulimia nervosa)

Dervingsverschijnselen:

  • Duizeligheid, hoofdpijn

  • nausea

  • stoornissen in de sensorische perceptie

Nevenwerkingen:

  • Anticholinerg: droge mond, zweten, obsipatie, tachycardie, mydriasis, glaucoom, mictiestoornissen

  • Antihistaminerg: sedatie

  • Anti-adrenerg: orthostatische hypotensie, rode huidsleur, polyurie, miosis, ejaculatiestoornissen

  • Cardiotoxiciteit:

  • QTc prolongatie

  • Allergische reacties: agranulocytose, leukopenie, eosinofilie, fotosensitisatie

  • Verlagen convulsiedrempel (met name maprotiline)

CI:

  • Pylorusstenose

  • Urineretentie

  • Prostaathypertrofie

  • Nauwe-hoek glaucoom

  • Hartafwijkingen (relatieve CI)

  • Recent myocardinfarct (absolute CI)

Interacties met fenytoine, aspirine en fynothiazinen (zijn ook sterk eiwit-bindend)

Imipramine


Nortriptyline


Amitryptiline


Dosulepine


Doxepine


Maprotiline




      • Tweede generatie of atypische antidepressiva:

Mianserine


  • Niet primair actief als heropnameremmer

  • Blokkade van 2-receptoren

  • Antihistamine werking  sterk sederend

  • De metaboliet norfluoxetine lijkt een belangrijke bijdrage te leveren aan de werkzaamheid)

T1/2 van metaboliet:

7 dagen


  • Zie TCAs

  • slaapmiddel

  • minder anticholinerge en vaak ook minder anti-adrenerge nevenwerkingen

  • orthostatische hypotensie

Trazodon


  • Niet primair actief als heropnameremmer

  • Verbetering van serotoninerge transmissie door vorming van m-chlorofenylpiperazine (voornaamste werking)

  • Blokkade van presynaptisch gelegen 2-receptoren

-

  • Zie TCAs




  • minder anticholinerge en vaak ook minder anti-adrenerge nevenwerkingen

  • orthostatische hypotensie

  • priapisme  irreversiebele seksuele stoornissen

Reboxetine

Inhibitie van de NA en/of serotonine re-uptake transporter (respectievelijk NET en SERT)

-

  • Zie TCAs




  • minder anticholinerge en vaak ook minder anti-adrenerge nevenwerkingen

Maprotiline*

-

Mirtazapine

-



      • Selectieve seretonine re-uptake inhibitoren (SSRIs):

Fluoxetine


Inhiberen van de serotonine re-uptake transporter (SERT)

-

Zie TCAs


  • Minder nevenwerkingen dan TCAs, worden beter getolereerd en intoxicatie bij overdosering is minder ernstig

  • GI (meest frequent, verdwijnen snel): misselijkheid en braken

  • Extrapyramidaal: akathisie en parkinsonisme

  • Mentaal: rusteloosheid, angst, slapeloosheid

  • Sexueel: verminderde libido, impotentie

  • Depressie laten omslaan in een manie (stoppen SSRI  lithium)

  • Fluoxetine, paroxetine en fluvoxamine zijn zeer sterke CYP inhibitoren  opletten bij combinatie met andere medicijnen

Citalopram


-

Escitalopram


-

Fluvoxamine


-

Paroxetine


-

Sertraline


-



      • Serotonine- en noradrenaline- re-uptake inhibitoren (SNRIs):

Venlafaxine


Inhibitie van de NA en serotonine re-uptake transporter (respectievelijk NET en SERT)

-

Zie TCAs


-

Duloxetine

-

-



      • Monoamino-oxidase inhibitoren (MAO-Is):

Moclobemide


Remmen (irreversibel) de afbraak van natuurlijk voorkomende amines

-


  • Zie TCAs

  • Therapieresistente patienten (voldoende lang wachten met overschakelen vanuit ander antidepressivum)

  • Hypertensieve crisis door excesieve accumulatie van biogene amines uit de voeding (tyramine- of dopaminerijke voeding) of door interactie met geneesmiddelen (efedrine, methylfenidaat, levodopa en amfetaminen dienen vermeden te worden)

  • Serotonine syndroom door combinatie met andere geneesmiddelen die inwerken op de serotonerge neurotransmissie (TCAs, SSRIs, buspirone): gevaarlijke hyper- of hypotensie, hyperthermie, convulsies, excitatie, confusie, tremor, hyperreflexie, myoclonus, tachycardie en diarree

Fenelzine


TD: p.o. ongeveer 1 mg/kg/dag  remming van 60-80% (optimaal antidepressief effect)



    • Bipolaire Stoornis

Lithium



  • Verminderen van de turnover van NA en dopamine

  • Verhogen van Ach synthese door opname van choline in de zenuwuiteinden te vergemakkelijken

  • Cyclus van fosfoinositol-systeem vertragen en adenylaatcyclase-activiteit remmen effect van NT met -adrenerge en M-cholinerge werking verminderen

TD: per os als lithiumzouten (volledig geabsorbeerd)

Tmax: 1,5 – 2 h

E: volledig renaal (de terugresorptie staat onder invloed van de Na balans)

T1/2: ongeveer 24 h

TV bij profylactische behandeling: 0.6-0.8 mEq/l (tot 1.2 mEq/l)

TV bij manie: 0.8-1.2 mEq/l (tot 1.5 mEq/l)



Nevenwerkingen (90% ervaart minsten 1):

  • Polyurie en polydisie (tgv verminderde gevoeligheid van nieren voor ADH) 40%

  • Schadelijke werking op de nieren

  • (reversibele) hypothyroidie (tgv verminderde gevoeligheid van de schildklier aan TSH) 5%

  • tremor, spierschokjes in armen of benen

  • concentratie- en geheugen stoornissen (vooral bij ouderen)

  • misselijkheid, braken en diarree

  • gewichtstoename (door hoog calorische dranken en effect op de KH-stofwisseling)

  • talgproductie  acne en psoriasis

CI:

  • ziekten met een ernstige verstoring van de electrolietenhuishouding of waarbij een natriumbeperkt dieet gevolgd moet worden zoals: hartaandoeningen, nierziekten, ziekte van Addison en ziekten waarbij diuretica moeten worden genomen (relatieve CIs)

  • voorzichtig met patienten met hersenbeschadiging en met bejaarde patienten vanwege de neurologische en psychische nevenwerkingen

  • eerste helft van de zwangerschap (+ opletten met moedermelk)

Interacties:

  • geneesmiddelen kunnen leiden tot hogere lithium-plasmaspiegels en dus tot intoxicaties: diuretica, NSAIDs, enkele AB, verapamil, -methyldopa en theofylline

  • somatische aandoeningen met een negatieve Na-balans: natrium beperkt dieet, rigoureus vermageren, braken, diarree, langdurig hevig transpireren, koorts en operaties

Intoxicatie (plamaspiegel boven 2.0 mEq/l):

Diarree, nausea, braken, grove tremor, traagheid, duizeligheid, spierzwakte dysartie, ataxie

Ernstige intoxicatie: stupor, coma, convulsies


Carbamazepine*


anti-epileptica met antimaniche effecten (werken preventief in op de manische fase)

-

  • Alternatief voor lithium

-

Valproaat*


-

-

Risperidone*


Atypische antipsychotica effectief bij de acute manische fase en de depressieve fase (itt klassieke antipsychotica)

-

  • Alternatief voor lithium

-

Olanzapine*

-

-



    • Antipsychotica (vroeger neuroleptica)

Chloorpromazine (fenothiazines)


Antagonisme van dopamine-2-receptoren (D2)  de dopamine hypothese van schizofrenie

Effecten op dopaminerge systemen:



  • Nigostriataal (extrapiramidale bijwerkingen)

  • Mesolimbisch (therapeutisch effect op positieve symptomen)

  • Mesocorticaal (therapeutisch effect op negatieve symptomen)

  • Tubero-infundibulair (endocrinologische bijwerkingen)

Receptor blokkerings profielen (?):

  • D2: verbetering van positieve symptomen, inducite van extrapiramidale symptomen (EPS) en tardieve dyskinesieen (TD), toegenomen prolactinemie

  • 5HT2A: verbetering van negatieve symptomen, depressieve symptomen, slaapkwaliteit, cognitieve symptomen, agressieve/impulsieve symptomen en vermindering van EPS

  • 5HT2C: gewichts- & eetlusttoename

  • 1: orthostatische hypotensie, duizeligheid, vallen, tachycardie, seksuele bijwerkingen, potentiering antipsychotisch effect, anti-agitatie

  • H1: sedatie, slaperigheid, gewichtstoename

  • ACh: vermindering cognitieve functies (voornamlijk geheugen) & EPS, doch mogelijk meer TD, delirium, droge mond, troebel zicht, urineretentie, nausea, braken, constipatie, glaucoom, seksuele problemen

Effect binnen 4-8 weken (verbetering bij 60-90%)


-

  • Schizofrenie

  • Waanstoornis

  • Psycho-organische stoornis, psychotisch

  • Manische episode (bipolaire stoornis)

  • Depressie in engere zin, met psychotische kenmerken

  • Dementieel syndroom

  • Verstandelijke handicap

  • Persoonlijkheids stoornissen (bv. Borderline)

  • Tardieve dyskinesien (meestal irreversiebel, voorzichtig met voorschrijving  dosisverlaginging leidt tot verergering en dosisverhoging leidt tot verbetering)

  • CZS: acute dystonie, acathisie, parkinsonisme, maligne neuroleptisch syndroom, “rabbit”-syndroom (reageert goed op anticholinergica), tardieve dyskinesieen, hypnosedatie, convulsies, dysforie, depressie

  • Cardiovasculair: orthostatische hypotensie (-blok), ECG wijzigingen

  • GI: leverfunctiestoornissen, droge mond (anti-muscarine), constipatie, hypersalivatie, verslikking, nausea

  • Endocrien: prolactinestijging met mogelijk galactorrhee, gewichtstoename stoornissen in glucose- & lipidenhuishouding, seksuele stoornissen

  • Metabool: gewichtstoename, verhoogde insulineresitentie (clozapine, olanzapine, quetiapine, risperidone), metabool syndroom (laagste risico: amisulpride, aripiprazole)

  • Bloeddyscrasieen, huidafwijkingen, afwijkingen thv de ogen, seksuele disfuncites, epilepsie

  • Dervingsverschijnselen: dyskinesieen, hoofdpijn, slapeloosheid, misselijkheid, braken, angst, anorexie

  • Bij foetus en pasgeborene: groter risico op congenitale afwijkingen bij fenothiazines in 6e tot 10e week, extrapiramidale verschijnselen, cyanose, ademhalingsdepressie

Prothipendylhydrochloride (fenothiazines)

-

Haloperidol (butyferonen)


TD: DEPOT

Broomperidol (butyferonen)


-

Pimozide (difenylbutylpiperidines)

-

Flupentixol (thioxanthenen)


TD: DEPOT

Zuclopenthixol (thioxanthenen)


TD: DEPOT

Supiride (benzamiden)


-

Clothiapine


-

Clozapine (atypische antipsychotica)

-

Risperidone (atypische

antipsychotica)*


TD: DEPOT

Olanzapine (atypische antipsychotica)

-

Amisulpride (atypische antipsychotica)

-

Quetiapine (atypische antipsychotica)

-

Aripiprazole (atypische antipsychotica)

-

Sertinodole (atypische antipsychotica)

-

Yüklə 471,66 Kb.

Dostları ilə paylaş:
1   2   3   4   5   6   7   8




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©www.azkurs.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

gir | qeydiyyatdan keç
    Ana səhifə


yükləyin